Voorbereiding:

Een goede start begint met een grondige kennis van de camper. Een eerste (proef)rit is snel gemaakt, maar dan kent u de camper nog niet. Afhankelijk van de staat kan er onderweg heel wat misgaan. Wie een (vaak nieuwe) camper huurt, mag er op rekenen dat alles perfect werkt. Maar hoe ouder de camper wordt, hoe meer kleine gebreken er kunnen komen. De camper bestaat immers uit meer dan een auto met wat meubilair. Weet u waar de zekeringen zitten en of er reservezekeringen zijn? Hoe de watervoorziening werkt en de verwarming? Hoe moest de koelkast ook al weer op gas? Etc. genoeg zaken om je even in te verdiepen. We geven achtereenvolgens enkele tips.

1. Leer de camper grondig kennen. Weet waar elk onderdeel voor dient. Zorg dat je alles weet te vinden en weet hoe het werkt of waarvoor het dient.

2. Berg alle papieren aangaande het technische gedeelte van de camper (evenals extra voorzieningen e.d.) in een map op. Hetzelfde geldt voor verzekeringspapieren e.d.

3. Zorg dat de exacte maten van de camper bekend zijn en schrijf deze op een klein blaadje dat onder handbereik is (bijv. achter de zonneklep). Met name breedte en hoogte zijn de maten waar men onderweg ineens van moet weten: kan ik hier doorheen of onderdoor? U zult niet de eerste beginneling zijn die met schade aan het dak thuiskomt. Let bij de breedtemaat m.n. op de spiegels en de luifel. Let daar vooral ook op bij het achteruitmanoeuvreren. Ook hiervan geldt dat menigeen goed in de achteruitkijkspiegel keek, maar niet had opgelet dat de luifel net iets breder was. En even een boom die iets schuin helde, een gekraak en het is gebeurd!

4. Zorg dat er altijd enig gereedschap aan boord is. Wie a-technisch is moet zich enige vakkennis zien eigen te maken. Een deurtje dat niet meer lekker loopt, een fietsendrager die niet helemaal naar behoren werkt, een lekkende wasbak, een schroef die wat losgetrild is en noem maar op, het kan allemaal voorkomen. Zelf heb ik een behoorlijke diversiteit aan gereedschap bij me, zodat je nooit voor verrassingen komt te staan. Zelfs een simpel stukje kleefband of ijzerdraad heeft me al eens uit de brand geholpen. Een speciale bak aan boord waarin alles zit is erg handig.

5. Reservesleutels, reservelampen (voor de auto) en reservezekeringen (voor zowel auto als camper) aan boord zijn een vanzelfsprekendheid.

6. Afhankelijk van hoe compleet de gekochte of gehuurde camper is, is het goed op de volgende zaken te letten:
- voor elektra-aansluitingen moet een voldoende lang snoer aanwezig zijn. Een extra snoer is niet overbodig. Vaak kan men een gewone Nederlandse stekker gebruiken, maar evenvaak is er een speciale campingaansluiting. Het beste is een kabel te hebben met daarbij nog een kort verlengstukje voor overgang van NL-stekker naar campingstekker (de ronde driepolige).
- voor het tappen van water is een slang niet overbodig. Daarbij horen ook weer een paar verloopstukjes (Gardena) om die slang overal te kunnen aansluiten (er zijn smalle en bredere schroefmonden aan kranen). Voor gewoon drinkwater gebruiken we nooit het water uit de tank. Een extra jerrycan voor zo'n 5 ltr wordt gebruikt voor koffie e.d. Flessenwater gebruiken we als drinkwater.
- wanneer de slang gebruikt wordt om de tank te vullen deze altijd even laten doorlopen. Bovendien bij openbare waterslangen oppassen. Het einde van de slang moet eigenlijk eerst schoongemaakt worden met een chloordoekje.
- om de camper horizontaal te kunnen plaatsen is een kleine waterpas erg handig. Bovendien zijn er speciale blokken die onder de wielen gelegd kunnen worden, zodat de camper zoveel mogelijk horizontaal komt te staan.

Inrichting:

De inrichting is natuurlijk heel persoonlijk. Wat neem je wel/niet mee. Wie langer met een camper onderweg is leert hoe steeds meer zaken dubbel aanwezig zijn, d.w.z men heeft die thuis maar ook in de camper. Dat voorkomt dat je steeds je halve huis moet leeghalen en/of de helft vergeet. Na vele jaren camperen hebben mijn vrouw en ik een techniek ontwikkeld, waardoor we in enkele uren de camper inrichten en klaar voor vertrek zijn. Alleen wanneer hij pas uit de winterslaap komt is er meer werk nodig. Enkele algemene tips:

1. In de winter(stalling) moeten de watertanks leeg zijn (i.v.m. bevriezing) en de huishoudaccu('s) en gastanks verwijderd (i.v.m. de stallingsverzekering). De huishoudaccu moet tijdens het bewaren in de winter wel regelmatig bijgeladen worden, zo nodig op een druppellader. Let ook op de camperaccu!

2. De watertank kan een bron van vervuiling worden. Daarom is het goed deze minstens een maal per jaar grondig te reinigen. Vul de schoonwatertank met water, gooi er een paar bruistabletten (steradent) in en laat deze enige tijd staan. Spoel de leidingen door, door de kranen open te zetten en dit via de vuilwatertank weer weg te laten lopen. Een zelfde cyclus kan dan gedaan worden met chloor toegevoegd. Daarna moet de tank met schoon water gespoeld worden, tot er geen chloor(lucht) meer aanwezig is.

3. Zorg dat je handigheid krijgt in een goede inrichting van de kastjes. Hierbij moet er op gelet worden dat wanneer er na het rijden een kastje geopend wordt, de inhoud niet door het rijden zodanig is verschoven dat alles naar buiten valt.

4. Plastic servies lijkt natuurlijk erg gemakkelijk in gebruik en schokbestendigheid, maar een wijntje uit een plastic glas is niet te drinken en ook eten van een wegwerpbord is na de derde keer niet prettig. Goed servies is daarom van belang, maar let daarbij wel op de wijze waarop dit weggezet kan worden. Mijn vrouw heeft voor bekers en glazen handige bakken gemaakt (zie de foto's) die gerammel en schade voorkomen.

Eerste trips

Na alle voorbereiding en inrichting volgt dan ongetwijfeld de eerste en hopelijk volgende rit. Wie een klein stadsautootje gewend is, zal hevig moeten wennen aan het gevoel van een auto van het formaat bestelbus. De draaicirkel is groter, evenals de remafstand. Daar moet je in het begin terdege op letten. Bij het nemen van bochten merk je al gauw dat deze wagen anders stuurt. Let goed op de spiegels en de stoepranden, die bij de eerste wat te korte bochten al snel worden genomen. Een paar standaardtips:

Wen aan een standaardprocedure bij het wegrijden.

1. Binnen in de camper moeten alle kastjes gesloten zijn, de losse spullen weggeborgen of zo geplaatst dat ze niet slingeren kunnen. Na een tijdje rijden merk je vanzelf waar je niet voldoende op gelet hebt. Vergeet ook de toiletruimte niet.

2. Staat de koelkast weer in de goede stand? D.w.z. de schakelaar voor 12 V moet weer 'aan' staan en de gastoevoer gesloten. Zorg ook dat de deur van de koelkast weer op slot zit, want bij de eerste bocht alle restjes over de vloer is ook niet prettig.

3. Zijn alle dakluikjes en ramen gesloten? Antenne - voor zover aanwezig - naar beneden? Deuren gesloten en het opstapbankje (voor zover aanwezig) binnen? Uiteraard zijn de oprijblokken (voorzover gebruikt) ook weer opgeborgen.

4. Vervolgens zetten we ons achter het stuur en kijken voor we de sleutel omdraaien in de beide spiegels. We zullen niet de eerste zijn die aan de ene kant alles hebben opgeruimd, maar met het netsnoer in de wagen of een klepje open wegrijden.
Wanneer je deze procedure een paar keer hebt gedaan, zul je merken dat het als vanzelf gaat. Hoewel iedereen er een keer achter komt dat er toch nog een luikje openstaat (je ziet ze nogal eens zo rijden, of met de antenne omhoog) leer je zo wel op een goede manier de veiligheid en het behoud van de camper te waarderen.

Onderweg

Een camperaar houdt van de vrijheid. Hij is echter geen vrijbuiter die doet wat hij wil, maar kent zijn verantwoordelijkheid. M.n. in respect t.o. de schepping. Het is een bekend probleem dat nieuwe overnachtingsplaatsen met veel mooie woorden werden geopend, en na een jaar weer gesloten moesten worden omdat enkele camperaars op die vrije plekken er een rotzooi van maakten, de boel kapot achterlieten e.d. en het daarmee verziekten voor de ander. Camperaars zoeken elkaar altijd weer op en leggen makkelijk contacten. M.n. op overnachtingsplekken zie je ze steeds weer bij elkaar staan. Vandaar ook de gewoonte om onderweg elkaar te groeten, althans op de tweebaans-wegen. Hoewel er altijd stugge lieden zijn die geen vinger verroeren en elk contact mijden. Enkele tips om onderweg op te letten:

1. Zorg dat alle afval op de juiste wijze wordt verwerkt en laat nooit ergens vuilnis zomaar achter. Vanzelfsprekend wordt afval ook niet zomaar naar buiten geworpen. Het afvalwater behoort op de juiste plekken geloosd te worden. Er zijn inmiddels heel veel plekken in binnen- en buitenland waar de camper wat dat betreft verzorgd kan worden. Men dient wel over informatie te beschikken waar deze plekken zijn. Veel is tegenwoordig daarover te vinden. Boeken (NKC, Womo, facile-en-route), maar ook veel websites geven digitale informatie (bijv. De Hoekies of speciale Apps voor de smartphones).
Hetzelfde geldt voor het chemische toilet. Hoewel het de vraag is in hoeverre met chemische middelen gewerkt moet worden, er zijn ook biologische middelen en zonder gaat het ook.

2. M.n. bij grote buitenlandse reizen moet men er handigheid in krijgen om op tijd te letten op de verzorging van de camper: schoonwater vol, vuilwater leeg, WC leeg en voldoende energie in de huishoudaccu. Met een tweede huishoudaccu parallel en nog een zonnecollector op het dak plus een omvormer naar 220 is men van alle gemakken voorzien. Wie een omvormer laat inbouwen doet er goed aan een sinusvormige te nemen. De andere omvormers geven een blokvormige spanning af en daar kunnen bijv. sommige opladers niet tegen! Een eenvoudige gewone huishoudaccu is voldoende voor het gewone licht en de waterpomp, maar daar doet men niet teveel extra mee, tenzij men elke avond op een camping gaat staan.

3. Veel niet-camperaars denken dat je een probleem hebt met de boodschappen. Nog afgezien van het feit of u een fiets mee hebt om boodschappen te kunnen halen, is een camperaar een trekker die onderweg is en daarom ook onderweg op tijd de boodschappen doet. Hoewel het wel vaak een parkeerprobleem is om je camper ergens neer te kunnen zetten... De vakken zijn meestal niet op de lengte berekend. Gaat u in een warm land even boodschappen doen, vergeet dan niet de koelkast tijdelijk op gas over te schakelen. De ijsblokjes zijn anders in no-time ontdooid!

4. Wie langer onderweg is moet niet vergeten dat de camper een auto is. D.w.z. let ook op de toestand van de auto: oliepeil, bandendruk, water ruitensproeier etc. Controleer de verlichting nog eens.

KORTOM

Na deze tips alleen nog een fijne reis toegewenst! Op de pagina tips voor gevorderden volgen nog meer tips. En voor nog ontbrekende tips houd ik me aanbevolen ! Voor de PDF-file hier even rechtsklikken en 'opslaan als'