DE VIER VINGERS - WEEK 4

Zakkende brug
Even verderop ligt het plaatsje Kenchri. Voor Bijbelkenners ligt hier de link naar Kenchreën, de plek waar Paulus na zijn bezoek aan Rome inscheepte. De baai is ernaar vernoemd. De Peloponnesos wordt door een smalle landengte verbonden met het vasteland, althans dat was het vroeger. Later - eind 19e eeuw - heeft men hier het beroemde kanaal doorheen gegraven. Aan de zijde van de Korinthische golf ligt Korinthe (hoe kan het ook anders), aan de andere zijde Isthmië. Niet voor niets heet deze streek ook de Isthmische streek en werden hier vroeger de Isthmische spelen gehouden, waar Paulus ook heen verwijst als hij in 1 Korinthe 9:24 schrijft over de loopbaan lopen, beelden die hij wel vaker gebruikt en in de streek goed begrepen werden (de Isthmische spelen horen samen met de Olympische spelen en de Pythische spelen tot de beroemde Panheleense spelen).
Hoewel ik al eerder aan deze kust had gestaan was het me nooit opgevallen dat een miezerig bordje verwees naar de resten van de antieke haven. Ik zoek de ruïnes op. Inderdaad, heel goed mogelijk dat hier het schip aangelegd heeft of Paulus door het water wadend naar het schip gegaan is. De steenruïnes laten aan de soort stenen zien dat er hele oude funderingen liggen, naast nieuwere, van mogelijk een kapel die er later is opgericht ter herdenking van Paulus' afreizen hier.
Ook het kanaal van Korinthe boeit altijd weer. Daar rijden we niet voorbij zonder er even te stoppen. Altijd boeiend te zien hoe men eind 19e eeuw dit kanaal gegraven heeft. Handmatig allemaal. In 1882 begonnen, werd het in 1893 geopend. Terwijl zelfs keizer Nero al opdrachten had gegeven dit te doen! De huidige kolossale zeeschepen varen nu met gemak om de zuidpunt heen, maar voor kleine vrachtschepen en vooral voor de pleziervaart en cruiseschepen is een doorgang een (kostbare) belevenis. Een gemiddeld jacht betaalt al gauw €150.

                                                                                       Staande op de brug aan het einde kijken we dwars door het kanaal en zien een schip naderen

Via de noordkant rijden we nu naar Loutraki, daar is de kant waar het kanaal in de Korintische golf uitmondt. Een wonderlijke brug ligt er. Midden op de brug staande kijk je zo door heel het kanaal heen met zijn bijna (77%) loodrechte wanden (tot 80 mtr vanaf de bodem die 8 mtr onder het niveau van de zeespiegel ligt). In de verte nadert een kolos van een schip. Met een sleepboot wordt het er doorheen getrokken. We besluiten te wachten (drie kwartier!) en zien hoe bij de nadering de brug de diepte inzakt. Zo vaart het schip erover heen en komt even later de brug weer boven water. Tijd genoeg dus om ook nog weer eens de oude sporen te bewonderen van de oude diolkos. Een soort spoorlijn naast het huidige kanaal, waar de ossenkarren doorgetrokken werden die de lading van de ene naar de andere kant moesten vervoeren, toen het kanaal er nog niet was.






Crisis
Via Loutraki klimmen we nu omhoog richting Perachora. In dit dorp bevindt zich links een nieuwe weg naar beneden die leidt naar de weg naar het heiligdom van Heraion. We zijn even van de Peloponessos af. Deze weg eindigt bij een P-plek bij een vuurtoren. Een uiterste punt, als een schiereiland dat diep de golf van Korinthe insteekt. Rondom zien we aan alle kanten het water. Een kleine afdaling naar beneden brengt bij een kleine baai en langs alle opgravingen van wat hier vroeger allemaal rond dit heiligdom gebouwd was.We willen er de nacht blijven doorbrengen, maar op dit moment is het nog te heet. Een eindje terug was een groot meer - met een open verbinding met de zee - daar maken we eerst ons eten klaar en vertrekken later weer naar de P-plek bij de vuurtoren. Als de avond daalt wordt een zee van lichten zichtbaar aan de overzijde, Korinte en omgeving. De stilt is bijna te horen hier, zo ongelooflijk. Het is wel de meest stille camperplek die we deze vakantie hebben gehad. We kunnen oneindig buiten blijven zitten, vanwege de temperatuur. Als de maan later opkomt is het inmiddels al weer twaalf uur geweest, maar we hebben nog geen haast. Af en toe glijdt een boot voorbij, gelet op de lichtjes en getuige het zachte ronken dat af en toe even hoorbaar wordt. De honden die van ons een bot kregen om af te kluiven liggen heerlijk voor de camper te slapen en houden deze nacht de wacht.

Een ander doel staat nog voor ogen, nu de dagen in Griekenland aan het afnemen zijn. Dat is de spoorlijn van Diakopto (of Diakofto) naar Kalavrita. Een smalspoorlijntje dat door een smal dal zich omhoog wurmt. Deels langs de kust, deels over de autobaan zoeken we Diakopto op, na een pauze bij het antieke Korinthe. We zijn daar al vaker geweest, dus het wordt geen lang bezoek aan de opgravingen zelf. De dominerende tempel van Apollo staat als altijd scherp afgetekend tegen de Acro-Korinth, de berg waar pas in de tijd ná Paulus' evangelisatiewerk gebouwd werd. Maar opvallend is deze Apollotempel wel.
Een van de medewerkers van Paulus was Apollos, een man uit Alexandrië (Egypte). Deze had Paulus in Efeze ontmoet en voor hem aan het werk gezet in Korinthe. Blijkbaar een gevierd spreker en zoals het altijd geweest is trekken goeie sprekers mensen aan, terwijl de eigenlijke boodschap niet meer van belang lijkt te zijn. Daar gaat Paulus behoorlijk tegen in als hij de Korinthiërs verwijt dat ze verdeeldheid zaaien door te zeggen dat ze van Paulus of van Apollos of van Petrus zijn. Het is als een humoristischse knipoog naar de grote tempel, deze verwijzing, naar de afgoden die hun leven beheerst hadden. Zo zie je maar, kennis van de antieke wereld is zo belangrijk om de uiterste diepgang van de Bijbelse boodschap te verstaan.



Dan komen we in Diakopto aan en vinden het stationnetje al spoedig. Het smal spoorlijntje is 75 cm breed, nog smaller dan vaak een smalspoorbaan is. Deels met tandrad vanwege de hellingshoek. Het treintje wurmt zich door een nauwe kloof. Het eerste gedeelte is wel het mooiste. Naar boven toe doet het landschap meer aan een Zwitsers alpenlandschap denken. Onderweg is er de mogelijkheid uit te stappen en wandelingen te maken, o.a. naar het klooster Mega Spileon. Voor een langer verblijf leent zich deze streek zeker ook. Wandelmogelijkheden genoeg.


























Kalavrita wordt wel een martelaarsstadje genoemd. In 1943 executeerden de Duitsers hier 1436 mannen en jongens ouder dan 13! De vrouwen en meisjes ontkwamen door een commandant die het niet kon aanzien en de deuren van de school had geopend. De oorlogsgeschiedenis heeft haar sporen ook in Griekenland duidelijk getrokken.



                                                                             Beelden van station Kalavrita, de treinen in Diakopto en (linksonder) het oorlogsmonument in Kalavrita




Verder is Kalavrita een rustig dorpje en is het berglandschap er misschien wat minder indrukwekkend dan we hadden verwacht. Bij het station beneden (wat minder interessant) bevinden zich nog werkplaatsen en een locloods. Voor een liefhebber van treinen altijd interessant!

We bivakkeren uiteindelijk op de camping in Akrata, een van de weinig campings langs de golf van Korinthe. En dat is opvallend, gelet op de aaneenrijging van dorpjes en stranden. De volgende dag genieten we van een prachtig schouwspel van voorbijkomende dolfijnen. Kennelijk - zoals anderen zeggen - voor de eerste keer dit jaar dat ze gezien worden.



Overigens: het wordt nog steeds opgemerkt, ook door anderen: het toeristenseizoen is uitzonderlijk rustig. Velen zijn afgeschrikt door alle berichten. De pers doet er graag een schepje bovenop door alles wat er met Griekenland aan de hand is steeds in een kwaad daglicht te stellen. Een verhaal over een Nederlander die door Grieken aangevallen werd doet velen verontrust besluiten niet naar Griekenland af te reizen. Het verhaal is echter heel eenzijdig belicht, hij woonde in Griekenland en er was een reden waarom hij aangevallen werd. Dat had dus niks met de crisis te maken. maar het kwaad was al geschied.
Het is waar, de crisis is er en veel Grieken zijn er beducht voor dat die partijen aan de macht komen die breken zullen met de Euro. Dat zal een ramp zijn. er wordt al gesproken over een afwaardering van de Drachmen met 60%. Weliswaar wordt alles dan goedkoop voor de toeristen, maar men zal nog minder handel kunnen drijven met Europa, de supermarkten zullen nog leger zijn. Vooraleerst is het nog afwachten.
Wie zo heerlijk geniet van de voorbij zwemmende dolfijnen beseft weer eens te meer dat dit een fantastisch land is, met interessante ontmoetingen.


Spileo Limnon
Het wordt de laatste volle dag in Griekenland. We willen de grotten gaan bezoeken waar in terrasvormige meertjes het water door de bergen stroomt. Vanaf de camping in Akrata wijst onze buurman hoe we binnendoor dit makkelijk kunnen bereiken. In Akrata de bergen intrekken en richting Messorougi aanhouden. Dat staat inderdaad aangegeven, zij het vaak alleen in Grieks schrift (wie het niet echt lezen kan moet dat goed in zich opnemen). Het wordt een enorme stijging vanaf de kust, een lange weg, die ook regelmatig uitnodigt tot omkijken, vanwege de prachtige vergezichten met op de achtergrond steeds de Golf van Korinthe. De betreffende buurman had nog gezegd dat we vóór Messorougi de nieuwe weg moesten aanhouden, die TomTom niet zou aangeven. Maar als je dan dóór Messorougi heengaat en denkt dat TomTom het wel aangeeft, tja dan moet je niet gek opkijken dat je op smalle wegen terechtkomt die niet de juiste weg zijn. TomTom geeft wel een weg aan, maar die kan het volgens ons nooit zijn. Maar de andere draait de verkeerde kant op. Dan toch de andere. Steil naar boven. En smal! Drie keer steken in een bocht en dan uiteindelijk voor niet meer dan een verharde oprit staan. Dit moet dus fout zijn. Goed fout. Daar sta je met je camper. Duizelingwekkende diepten naast je en nauwelijks ruimte om te keren. Met het zweet in mijn handen weet ik de wagen uiteindelijk terug te krijgen. Twee keer een angstige draai moeten maken, achteruit op en helling en dat soort dingen. Als voormailg bergbewoner ben ik heel wat gewend en voor smalle wegen draai ik mijn hand niet om, maar nu wordt het even wat te gortig. Wanneer we terug naar de hoofdweg gaan zien we dat voor het plaatsje Peristera al een bord had gestaan met een of ander centrum (Kentro) en dat was het beoogde skicentrum waar we heen moesten.
Gelukkig dus de juiste weg gevonden. Een brede weg naar boven. Door TomTom als niet-geasfalteerd gekenmerkt. Goed te rijden, maar met ontelbaar veel haarspeldbochten, slecht onderhouden wegdek met meestal ontbrekende vangrail (of die er zelf naast lag), een weg waar regelmatig verzakkingen hebben plaatsgevonden die al of niet provisorisch gerepareerd zijn. Heel typerend voor Griekenland, maar na alles wat we al gehad hebben net even teveel. Maar goed, de rit is fantastisch. We komen in de sneeuw, nou ja, er liggen hier en daar nog resten. We drinken koffie aan de voet van de skihelling en vervolgen over het hoogtepunt heen de weg weer naar beneden, richting Spileo Limnon. We zijn kennelijk in de bijenstreek beland. Want langs de wegkant staan tientallen, ja honderden bijenkasten. Kennelijk neemt het honing verzamelen een grote plaats in deze streek.

Op de parkeerplaats bij de grotten komt de uitbater van de taverne ons al tegemoet met een heerlijk likeurtje uit eigen streek en prijst vervolgens alle waren aan die we bij hem mogen gebruiken. Maar eerst de grotten. Deze zijn pas in 1964 ontdekt. Na wolkbreuken bleek er een stroom water uit de bergen te komen die de mensen verbaasde. Onderzoek bracht de werkelijkheid aan het licht. Een 500 mtr lang gebied - nog maar een klein deel van het werkelijk ontdekte - is toegankelijk gemaakt en voert niet alleen langs bekende stalagmieten en -tieten, maar leidt over meren heen die 4 tot 6 mtr diep zijn, met een ongelooflijke helderheid van het water. Niet al die meren en meertjes zijn nu gevuld, na de winter is er het meeste water. Het plafond bereikt een hoogte van 30 meter, wat tot de hoogste van de nu bekende grotten behoort. Wonderlijke wereld daar midden in en onder de berg, wonderlijk als je ziet hoe de platen van de berg a.h.w. tegen elkaar opgestapeld zijn en de ruimte ertussen open is gebleven. De gids maant helaas tot haast, een half uur is voor het geheel uitgetrokken, maar meer zou niet gek zijn.
Buiten gekomen gaan we bij de taveerne-baas wat drinken. Ondertussen heeft hij Griekse muziek aangezet. Hij prijst ons zijn "pie's" zo grondig aan dat we daar ook een stuk van nemen. Even later krijgen we een bord vol met lepels gevuld met lekkernijen. Om te proeven. En eventueel te kopen. Met een grote pot honing en een meegevallen prijs voor alles verlaten we de taverne.
Via Kalavrita rijden we terug, bewonderen onderweg nog het Mega Spileouklooster en het uitzicht over bergen en baai. In Diakopto staan we uiteindelijk stil aan het strand, op de plek waar we jaren eerder weggestuurd werden. Een eenzame visser probeert nog wat vissen te verschalken, de wind is opgestoken en dit is volgens hem nu goed visweer. Buiten blijft het verder warm. Zo, dat op de laatste avond onze poes, die deed alsof zij voorin op het dashboard ging liggen slapen, toch nog even de benen nam en we maar af moeten wachten wanneer ze terugkomt.


Afvaart
De overtocht is niet meer wat het is geweest. Dat constateren we pas de volgende dag. De dag van het afscheid van Griekenland nadert.
We doen rustig aan, fietsen even naar het dorp Diakopto om brood te halen, praten met enkele andere camperaars die die nacht aangekomen zijn en rijden op ons gemak langs een aantal kustplaatsjes.

                             De brug over de golf van Korinthe                                                                                                                                                        Vuurtoren in haven van Egio

De plaats Egio is een wat grotere provincieplaats met druk verkeer. Aan het haventje zijn de golven inmiddels sterk geworden. Een volop zonnige en warme dag, maar toch een harde wind. De masten en tuigage's van de zeilboten kletteren in de wind tegen elkaar, de golven slaan soms op de kade stuk en zo genieten we van onze laatste uurtjes in Griekenland. In Patras moeten we echt zoeken naar de plaats waar de veerboot vertrekt. Er is een totaal nieuwe haven. Achteraf bezien zijn we daar ook aangekomen, maar in eerste instantie komen we bij de oude veerhaven aan, midden in Patras.


Na het inchecken kunnen we gelukkig nog van het terrein af om wat boodschappen te doen. Wanneer we tegen vieren (vertrek 18u) aankomen valt ons op dat er nog maar één camper staat te wachten. En verder nauwelijks iemand. Verbazing alom. Maar weer blijkt dat het aantal toeristen in GR beduidend laag is. Wat niet verhindert dat er nog een enorme rij vrachtwagens binnenkomt. Die moeten eerst gewogen worden, bij de douane nog doorzocht worden en dan nog eens in alle voorzichtigheid het laadruim ingereden worden..
In het verleden hebben we menigmaal gezien hoe er verstekelingen waren aan boord van deze vrachtwagens. De nieuwe haven is echter degelijk beveiligd, maar niettemin kunnen verstekelingen onderweg ergens in een vrachtwagen klimmen. Dus ze moeten allemaal open en de douaniers moeten halsbrekende toeren uithalen om de lading te doorzoeken. Al met al vertrekken we een uur later dan normaal.
Langzaam vaart het immense cruiseschip - want daar lijkt het op, al is het zwembad niet in gebruik - de haven uit. Je krijgt steeds meer zicht op Patras. Op het achterdek hebben meer mensen zich verzameld. Het is een afscheid. De stad verdwijnt (op zich hoef je er niet rouwig om te zijn Patras achter je te laten, die drukke stad is niet echt aantrekkelijk), de kathedraal (grootste van de Peloponnessos), de bergen en de brug over de Golf van Korinthe (met de pilonen in de vorm van een olympische vlam), het wordt allemaal steeds kleiner. En je beseft dat je dit land en al die ervaringen daar weer achter je moet laten. Hoewel, ervaringen, herinneringen, die neem je mee. Met veel gemijmer laat je zo Griekenland weer achter je. Nog een laatse blik over het water en alleen de contouren blijven uiteindelijk over.



Over Minoan waren we - en meerderen met mij - minder tevreden dan anders. Camping-on-board is een nieuw pakket geworden, dat zoiets als "all in" heet. Dat houdt in dat je niet in de camper kan slapen, een (binnen)hut krijgt en een halflauw diner krijgt aangeboden. Verder ben je aangewezen - voorzover je zelf niks bij je hebt - op peperduur eten en drinken. Vanwege de hoge dieselkosten - en crisis in GR - wordt er bovendien langzaam gevaren. Daar wordt je echter niet over ingelicht, zodat je geen idee hebt hoe laat je aankomt. Bovendien is de voorlichting aan boord van abominabele kwaliteit. Een receptioniste ratelt aan de lopende band mededelingen in vijf talen door het schip. Maar dan zo uitgesproken en zo snel dat ze zelf door native-sprekers niet verstaan worden. Een hinderlijk iets.

Al met al komen we pas om 19u (westerse tijd) weer in Italië aan. Op zee was er wel de stevige wind, maar een constant blauwe lucht en een heerlijk zonnetje lieten het verblijf aan dek aangenaam zijn. Tot we vlak bij de kust komen. Er zijn wolken te zien. Donkere wolken. Er klinkt een donderslag en er vallen zelfs spetters. Hoe is het mogelijk, deze omslag. Met de volgende boot misschien weer terug?
Voor we eraf kunnen zijn we nog een uur verder. Nog even de autobaan op en weldra zoeken we dan ergens een plaatsje gezocht via onze TomTom met gegevens van camperplekken.

Gotthardpas
Vrijdagmorgen vertrekken we op weg naar de Gotthardpas. Die plaats willen we bereiken om te overnachten. We doen het rustig aan, bezoeken nog het stadje Mongridolfo. Een vesting boven op een heuvel, waar je in je fantasie de schutters ziet zitten voor de verdediging van hun rijk. Er liggen meer van dit soort vroegere stad-staatjes. Allemaal in de omgeving van San Marino, een staatje dat we al vaker bezochten. Via de autobaan gaat het een tijd noordwaarts, rijden we nog ergens een stuk binnendoor en gaan dan voor het laatste gedeelte tot op de pas. Eigenlijk een pas die makkelijk met de camper te doen is. Vooral de nieuwe pasweg. Af en toe is de tunnel gesloten - zo ook deze nacht - en dan zoekt ook het vrachtverkeer - met vertraging uiteraard - haar weg over de pas. Enorme bouwwerken hebben deze berg - vooral aan de zuidkant - omgetoverd tot een door-en-door doorploegde berg, met een grote hoeveelheid aan wegen die als serpentine slingers om de berg heen zijn gedrapeerd. Tunnels en galerijen vervolmaken dit beeld. Knap staaltje werk, maar de schoonheid van het indrukwekkende landschap gaat aan deze zijde zo aardig verloren. De uitzichten zijn niettemin fantastisch,
Bij het meer bovenin staan elke nacht wel enkele campers. Een heerlijke plek om te stoppen. Zelfs het gemis aan brood - vergeten in te kopen - wordt vergoed als de restauranthouder ons voor een paar centen een aantal sneden brood verkoopt plus nog wat croissants. Dan dalen we af. En dat doen we op ons gemak. Hier en daar stil staand. Dit landschap moet je indrinken. Alle facetten in je opnemen, de details zien. Het Murmeltier, de bloemen, de koeien en de snelstromende watertjes.


Abrupt einde
We stoppen in de Schlucht bij Schöllenen. Een stuk woeste natuur. Wie alle menselijke bouwsels aan bruggen en tunnels even wegdenkt beseft pas dat dit gedeelte in het verleden een onneembare kloof was, waar het water van de Reuss zich in alle woestheid doorheen perste. Loodrecht stijgen de wanden op. In 1230 werd de eerste houten brug gebouwd, in 1595 vervangen door een stenen. Die werd menigmaal verwoest door het woeste water. Bovendien vond in 1799 hier een dramatische slachtpartij plaats tussen het Russische en Franse leger. Een meer dan levensgrote maquette met een kruis erboven herinnert aan de Russische inzet en verliezen. Maar dan moet je wel even in de benen en niet in één keer doorrijden zoals velen doen.
Nu verbinden een tunnel en een stevige brug beide zijden en razen de meeste auto's in één keer langs dit punt. Maar het is het waard er te stoppen. Sinds enige tijd heeft men er zelfs een hele korte en makkelijke wandelroute uitgezet, langs de maquette, een stuk langs de kloof, langs de oude brug die tot 1956 dienst deed en erg smal was en zelfs door een deel van de militaire gangen die hier in de berg veel zijn uitgezet. De moeite waard!
Verder afdalend komen we in Göschenen en Wassen. Voor liefhebbers van treinen een eldorado. Hier begint (of eindigt, net hoe je het bekijkt) de Gotthardtunnel voor treinen. Hier komen de normale spoorwegen en de smalspoorweg samen op één station. Hier denderen goederentreinen voorbij op weg naar het zuiden, hoewel - ik heb er niet één gezien dit keer - ik me afvraag of de allernieuwste tunnel, de basistunnel, misschien inmiddels klaar is. Die zou met 57 km inmiddels wel eens klaar kunnen zijn, waardoor er minder vrachtverkeer door de gewone Gotthardtunnel zal gaan. Dat moet ik nog eens even nazoeken.
Met tegenzin nemen we afscheid van deze pasroute. We zoeken onze koffieplek nog een keer op aan het vierwoudtstedenmeer in Fluelen en besluiten dan ervoor te gaan om de weg naar ons plekje aan de Rijn achter elkaar te gaan rijden, met nodige pauzes.





Die pauze komt maar al te gauw. Ineens een kabaal onder de camper alsof er een zak stenen uitgegoooid wordt. Daar we dichtbij een parkeerplaats zijn laten we de wagen daarheen lopen (de vluchtstrook ter plaatse is erg smal), zo te horen loopt de motor gewoon verder, maar we vertrouwen het niet. En op de P-plek aangekomen horen we - als we de motor opnieuw starten een onheilspellend lawaai. Dat is mis. Grondig mis. De distributieriem blijkt gebroken. En daar staan we dan. De vakantie voorbij. Hoewel we direct beseffen dat dit op de thuisreis minder dramatisch is dan hoog boven in de bergen van Griekenland. Of in een van de vele tunnels onder Luzern die we net gepasseerd zijn. En dan komt het hele circus op gang van contact met de ANWB-alarmcentrale, de contacten met de TCS en plaatselijke sleepdienst, de constatering dat dit niet eenvoudig te verhelpen is en de pas gekochte camper nog onder garantie valt. Al met al is het zeveneneenhalf uur later als we met een stevige Volvo deze plek opnieuw passeren. Maar dan op naar huis. Achter elkaar. En de stromende regen die ons vanaf Köln gaat vergezellen doet ons beseffen dat we een wondermooie tijd achter de rug hebben en voorlopig even niet zullen camperen, met het 2-3 weken wachten op de terugkeer en de minstens twee weken durende reparatie.
Maar dankbaarheid overheerst dat we zonder problemen deze weken hebben mogen genieten en in gezondheid weer thuis zijn. Zaterdagmorgen rond zes uur draaien we de huissleutel om in het slot.

Een reactie in ons gastenboek is altijd welkom!
Terug naar de top