SLOVENIE - KROATIE


Regentijd en Hitler
De ene vakantie is niet de andere. Logisch natuurlijk, maar ik doel meer op de manier waarop de start verloopt. Nu is het duidelijk dat je niet moet verwachten dat wanneer Nederland al een voorjaar lang zucht onder kou en nattigheid het precies op de dag dat jij vertrekt droog en zonnig zal worden. En ook niet net over de grens. Nee, nog erger, zelfs niet over de volgende grens (met Oostenrijk). Kortom, een begin dat in het water valt als de regen maar blijft vallen. Van de korte stukken die we door Duitsland wilden maken om niet te lang achter elkaar te rijden komt niets terecht. We rijden maar zo veel mogelijk door. Zo zijn we spoedig al in Zuid-Duitsland.
Een van de nachten staan we in Berchtesgarden, de streek berucht geworden doordat Hitler er zijn beroemde liefdesnestje met Eva Braun in de Berghof had. En waar hij zijn moorddadige plannen brouwde. Maar toen scheen voor hem kennelijk steeds de zon. Daar merken we nu niks van. Als we de volgende dag door dit gebied nog wat rondrijden stellen we vast dat het best aantrekkelijk is om er nog eens terug te keren. Bij open luchten en minstens een beetje zon moet het een aantrekkelijk berglandschap zijn. Ook voor mensen die niets kwaads in de zin hebben en graag willen genieten van een stukje van Gods schepping. Zo gaan we dan ook maar doen in de komende weken. Lees en geniet mee!


Onvriendelijk begin
We laten de stemming natuurlijk niet vallen omdat het regent maar vrolijk worden we er niet van. Vanaf het zuidelijkste puntje van Duitsland slingeren we ons dan door Oostenrijk, nu even niet over de autobaan, zo zie je veel meer al kost het een hele dag om er doorheen te komen tot in Slovenië. UIteraard moet ieder dat voor zichzelf weten hoe hij naar zijn doel komt, maar ik schreef al eens eerder dat de reis het doel is en het succes van de reis niet af moet hangen van het verste puntje dat bereikt wordt. Elke dag is vakantie. Dus is genieten van het reizen, het zien van de vele dorpjes, het beklimmen van passen (en weer afdalen) al een beleving op zich. Langzaam komen we toch in de stemming. Hoewel, niet alleen het weer zat tegen, ook wisten anderen de stemming te bederven.
Vlak voor we Duitsland uitgingen tankten we nog even. Bij het tankstation stelde ik de vraag of ik nog water mocht tanken, een liter of 50. Nee, werd er met een brede glimlach gezegd. Maar ik wil er gewoon voor betalen. Water is duur, was het antwoord. Vijf euro zou nog niet genoeg zijn! Dat wordt een goudmijn voor die tankstationhouder, tenminste als anderen daarin trappen. Mag ik dan een jerrycan met drie of vier liter vullen, was mijn laatste vraag. Maar ook dat werd pertinent geweigerd. En de man bleef lachen. Uitlachen was het meer.
Even later, net over de grens passeerden we een camping, in de TomTom aangegeven als camperplek. Dus daar dan even proberen, dat doen we wel vaker (tegen betaling van weer een paar euro). Een vriendelijke man kwam op ons afgelopen, zo leek het. Of we alleen onze watertank mochten vullen. Nee, was het bitse antwoord met een brede glimlach, nee, gewoon nee. Ook niet tegen betaling. Ook niet omdat de camping campervriendelijk zou zijn en door ACSI aanbevolen werd. Zo ongezouten hebben we het nog nooit meegemaakt. En dan twee keer achter elkaar.
Laten we dit begin maar gauw vergeten.


Legende
We richten onze blik op de Wurzenpas. Geen kip gaat tegenwoordig nog bijna die pas over. De Karawankentunnel ligt er niet voor niets. Inderdaad, sneller, duurder, dat ook, maar daar ging het niet om. Lekker een pas 'nemen'. Niet voor niets was deze overgang tussen Oostenrijk en Slovenië altijd al een beruchte. En velen reden om, via Italië. Zeker als je een caravan hebt, want die mag er sowieso niet overheen. En dan gaan we ertegen aan. Nee, erg hoog is de pas niet, maar steil! De hellingen zijn 18%! Niet zomaar eentje, maar de hele pas, naar boven en naar beneden. Lekker brullen voor de motor dus en gieren voor als hij naar beneden gaat in inderdaad soms maar de eerste versnelling.
Beneden komen we aan in Podkoren, we rijden naar het volgende dorp Kransjka Gora, een wintersportplaats. Er is daar namelijk eem camperplek. Maar die kost wel 15 Euro, dan heb je wel alles, maar dat hebben we niet nodig. Water (jawel, toch nog een bron tegengekomen, helder fris brondwater!) hebben we niet nodig, net zo min als elektra. Dus doorgereden, het zijdal in en bij het volgende dorp aan de rivier Pisnica met bruisend water naast ons hebben we de nacht doorgebracht.
De volgende morgen komen er al hele groepen mensen aan die kennelijk in de omgeving gaan wandelen. Vlakbij de bron staat een beeld van een bronzen gems. Kennelijk heeft het een uitzonderlijke betekenis, want sommige groepen gaan massaal naar dit beeld toe. Eerst gaat de een op de gems zitten, dan de volgende, allerlei poses worden aangenomen, tenslotte een groepsfoto en dan vertrekt men weer. Kwam men alleen voor dat beeld? Later zien we het zich herhalen, dus kennelijk heeft het grote betekenis. Een legende blijkt de oorzaak te zijn. Van een magische gems Zlatorog (Goudhoorn) die op een grote schat moest passen, maar neergeschoten werd en gewond vluchtte en zo met zijn bloed de bergen en meren in het noorden vormde.

Merkwaardige rotsen
Hoewel we richting Ljubljana willen trekt het dal ons eerst erg aan. Prachtige bergen komen steeds meer tevoorschijn en een vers sneeuwdek - zagen we in Oostenrijk ook al - bedekt de rotsen. Dus eerst verder het dal in. Met 24 haarspeldbochten tot boven op de pas. Onderweg komen we een Russische kapel tegen. Prachtig gemaakt van hout en boomschors. We kende de historie van dit dal niet, maar komen er gaandeweg achter dat het een bloedige achtergrond heeft. In de Eerste Wereldoorlog zijn er veel gevechten geweest en met name veel Russen krijgsgevangen genomen. Die Russen werden gebruikt om deze pasroute te bouwen. Daarbij zijn er velen omgekomen, o.a. eenmaal 300 tegelijk door een lawine. Op verschillende plekken, ook verder naar boven, zijn nog herdenkingspunten en resten van graven te vinden. Wanneer je nu het liefelijke van dit dal ziet dan lijkt het onbegrijpelijk dat mensen hier elkaar bloedig naar het leven hebben gestaan.
De staten waar we nu doorheen reizen hebben natuurlijk de nodige historie aan oorlogen achter de rug, met als dieptepunt de gevechten en bloedige afrekeningen in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Aangezien dit dal uiteindelijk, over de pas heen, een heel andere kant op gaat dan waar wij heen willen, keren we bovenop om. Bij een prachtig uitzichtspunt drinken we koffie. Een massieve rotswand rijst voor ons op, met als piek de Prinska met 2547 mtr. Wonderlijk genoeg is er een gedeelte van een rots dat veel weg heeft van een vrouwenhoofd. Men noemt dit stuk de Pagangirl. Een eind hoger, maar voor nu in de wolken verborgen, is een verschijnsel dat we in Noorwegen ook al eens zijn tegengekomen: een gat dwars door de rotsen heen. Destijds was het schitterend daarheen te wandelen en nog bijzonderder door de rots heen te lopen en de andere kant te zien. Dat moet hier ook het geval zijn, getuige de foto's die dat beneden aangeven.
Van hier rijden we verder. Opnieuw niet de snelweg, maar gewoon de route naar Ljubljana. We komen in de omgeving van Bled waar we ooit (1981) al eens waren en toen met een boot naar het schitterende eiland in het midden gevaren zijn. We willen er nog graag een kort bezoek aan de omgeving brengen, alleen om het nog een keer te zien. Maar het toerisme viert daar hoogtij en dat betekent dat je niet zomaar ergens even kunt staan, helemaal niet kunt staan op de meeste plekken of gelijk het volle tarief voor parkeren moet betalen. Dus rijden we een stuk rond, nemen even nog een foto en gaan dan weer verder.


De president
We naderen Ljubljana, maar aangezien de dag een eind gevorderd is vinden we het beter een camperplaats te zoeken. Die is er bij Smlednik. Nog maar pas werd er in camperbladen over geschreven. Dus klikken we die aan in de TomTom. Maar kennelijk heeft degene die destijds deze camperplek doorgaf de foutieve coördinaten doorgegeven, want we belanden midden in de bushbush, moeten zandwegen over en raadplegen uiteindelijk een gids die ons het adres levert. Zo zie ja maar weer dat je niet altijd op alle gegevens moet vertrouwen. Tot Ljubljana is het nu nog maar zo'n 17 km.
Het bezoek aan de stad Ljubljana is aan te bevelen. Wat een paar uurtjes leek te worden werd een hele dag. De camper in een buitenwijk en op de fiets de stad in. Hoewel we wel twee keer noodgedwongen op een terrasje moesten schuilen voor de regen kwam de zon er even later weer door en was de regen gauw vergeten. Het leven van de stad speelt zich grotendeels rond de Ljubljanicarivier af, terrasjes te kust en te keur, winkelstraten waar elke gelijkenis met de bekende Blokker-Kruidvat-M&S-Hema-eentonigheden ver te zoeken is. Prachtige winkeltjes met authentieke gevels, verrassende winkeltjes met artikelen die je elders niet treft, een lust voor het oog. Pleintjes waar volop bedrijvigheid is, bootjes die over het water glijden, kunstenaars die zich uitgeleefd hebben, de brugleuningen versierd met hangsloten en schoenen bungelend boven de straat. En natuurlijk ook voor een appel en een ei met het treintje naar boven naar het kasteel met vanaf de toren een blik over de hele stad.







Barok, artdeco, allemaal stijlen die je er door elkaar aantreft. De tip uit een gids om een kijkje te nemen in het duurste hotel, Hotel Grand Union, vanwege de artnouveauarchitectuur, nemen we letterlijk. Hoewel, als we zien hoe de beveiliging onder het baldakijn staat te kijken, inclusief de politie, dan denken we dat ze ons met onze fietsen al snel de deur wijzen. Maar we stappen er op af en worden inderdaad beleefd verzocht elders te gaan staan. Als we er op staan binnen te willen kijken en aangeven waarom mogen we naar de zij-ingang, vanwaar we ook het een en ander kunnen zien. We trekken de stoute schoenen aan en lopen de receptie daar gewoon voorbij alle gangen door, tot aan de hoofdingang.Een hotel van grote allure, waar je vast meer dan 50 Euro per nacht betaalt. Prachtig om te bewonderen, al die stijlen. En ineens begrijpen we ook waarom de hoofdingang vrij moest blijven. Met loeiende sirene verschijnt ineens een chique auto met een gevolg van tien andere auto's. Later vragen we aan een van de chauffeurs, als we het vlaggetje op zijn auto bekijken en hij verontrust komt aanlopen en de aanwezige politieagenten ook gelijk verschrikt ons aanstaren, waar het bezoek vandaan kwam. Blijkt dat het gezelschap uit India kwam en de president van India net is aangekomen met zijn vrouw en gevolg.
De bank aan de overzijde met bonte kleuren en motieven op de gevel is oook een bezoekje waard. Ook in dat beveiligde gebouw mogen we op verzoek even rondkijken. De architect Ivan Vurnik heeft hier zijn niet te overziene sporen achtergelaten. Al met al heeft Ljubljana heel wat kunstgeschiedenis, al is het geen stad van een allure als Parijs of Wenen. Het oude centrum is wat dat betreft maar klein. Maar een bezoekje waard.











Alsmaar water
Binnendoor trekken we een dag later verder naar het zuiden, op weg naar de Plitvicémeren. De dag begint druilerig.Even voorbij Ljubljana wordt het een poos droog, maar voor de rest is het weer een regendag. We rijden via Novo Mesto en Karovac. Van die laatste plaats verwachten we wat, maar het is een troosteloze stad van vergane glorie. Even ten zuiden van de stad, camping Slapic, vinden we een staplaats. Ondertussen hoost het weer verschrikkelijk en valt het niet mee een plekje te vinden waar we niet direct in de modder hoeven te stappen. Die regen, die regen....
Droog is het weer als we op weg gaan naar de beroemde Plitvicémeren. Niet voor de eerste keer, inmiddels al heel wat jaren geleden dat we er waren. Intussen heeft de Balkan in de negentiger jaren een zware oorlog achter de rug, daarbij was een van de eerste gebeurtenissen dat de Serven het nationale park Plivice in bezit namen. Zo kwam het op Pasen 1991 tussen bewapende Servische separatisten en Kroatische veiligheidspolitie tot een bloedige botsing. Het duurde nog tot 1995 voor dit park weer in Kroatische handen kwam. Van de gevolgen van toen was nu niets meer te zien.
Een schitterend schouwspel was het alleen maar om te zien hoe een zestiental meren in elkaar overlopen met zeker wel 90 watervallen. Op borden is steeds aangegeven op welk punt je aanbelandt bent.
Via een tweetal ingangen kun je het hele terrein bereiken, onderling zijn allerlei punten verbonden door boten en treintjes. Bij de prijs inbegrepen. Met de boot gaan we dan ook over het grootste meer heen. OIn een grijsregengordijn bij tijd en wijle maar schitterend om te zien.
Via looppaden loop je voor je gevoel soms over het water heen, je bent als het ware één met de loop van het water, het bruist onder je door en stort aan de andere kant een halve meter verderop weer diep naar beneden, je maakt een paar kronkelige bochten en staat even later weer aan te kijken tegen datzelfde vallende water. Het kristalle heldere water laat je steeds tot op de bodem kijken en zo zie je dood en leven in het water, dood in gevallen boomstammen en leven in de vele vissen.




Door het koude en ook hier natte voorjaar zijn er nog weinig bloemen te verkennen en ook de vogels latenzich niet zo uitbundig horen als weleer. Niettemin was het een schitterende doch vermoeiende wandeling. Dat merk je dan weer als je aan het einde weer naar boven moet. De nodige hellingen plus 314 treden. Zucht. En aan het begin even geplaagd door wat regen, maar verder droog, tot we de deur van de camper weer openen onder de dreiging van een donkere lucht. Sindsdien regent het weer uren door.


Storing
Die avond wil ik de kachel aanzetten maar merk dat de ventilator niet werkt. Vreemd. Als ik later douchen wil is er geen warm water. Nog vreemder. Ik ga op onderzoek uit, zie dat een zekering door is, waar deze beide activiteiten op werken. Vervangen is geen optie, hij blijft doorbranden. En een nieuwe heb ik niet meer. Een klus voor de volgende ochtend, maar je ligt gelijk te piekeren over de oorzaak en mogelijke opsporing. We staan achter een bistro waar we de avond tevoren gegeten hebben. De eigenaar spreekt goed Duits en regelt snel een andere zekering. Maar nu de oorzaak met zekerheid vinden. Ik vermoed dat het iets te maken heeft met de regelaar van de ventilator omdat de kachel niet helemaal correct gemonteerd was. Dus demonteren en onderzoeken. Het lijkt allemaal OK, maar nader onderzoek levert op dat van de vier aansluitingen er twee miniem zijn doorgesleten en samen over een metalen rand liepen dus kortsluiting veroorzaakten. Dan is het leed gauw geleden en werkt alles weer naar behoren.
We rijden nu richting kust, naar het zuiden is het snelst per autobaan, maar het mooist langs de kust.
Dus we beginnen in Zadar.
Als we Zadar binnenrijden is de regen, die even opgehouden leek te zijn, veranderd in een complete wolkbreuk. Putdeksels - met pachtige motieven, voor wie er op let! komen op een gegeven moment letterlijk omhoog, voor iedereen voorzichtig rijden. Staande langs de haven eten we er en wachten. Dan wordt het droog en het lijkt wel alsof ineens iedereen weer onderweg gaat en van het droge moment wil genieten. We bezoeken het stadje, een mengeling van moderne bouw met resten oudheid. Het is te zien dat dit stadje in WOII voor 60% verwoest werd. De oorlog van '91-'95 deed daar nog eens een schepje bovenop. Hoe is het toch mogelijk denk je elke keer weer hoe een volk dat vele vele jaren lang toch als een - zij het deels gedwongen - eenheid leefde zo tegen elkaar op kan staan. Dat o.a. Servische en Kroatische belangen aan beider kanten de boventoon voerden, dat is nog wel begrijpelijk, maar dat ze elkaar dan zo gaan uitmoorden is onbegrijpelijk. Hoe diep kan haat iedere keer weer zitten. Wanneer je nu door het land rijdt en vooral hier in Kroatië nauwelijks iets van de oorlog ziet dan kun je er je helemaal niets bij voorstellen.
Aan het einde van de rondwandeling raken we nog verzeild midden in een traditinele bruiloft met vlaggen en muziek. Het is niet de enige die dag. Het leven gaat gewoon door. De typische Kroatische muziek herkennen we bij verschillende bruiloften.
Later vinden we in een klein plekje beneden Zadar bij een supergrote jachthaven, of misschien meer opslag van boten, een plekje op een klein afgelegen terrein, dicht bij het water. We mogen er blijven staan, van de eigenaar van het tankstation voor boten. Inmiddels zijn de buien voorbij. Zou het dan toch nog zomer worden, de weken die we nog hebben?





(Alle foto's hier zijn in miniatuur, even aanklikken en u krijgt een vergroting te zien)
Top - Volgende pagina